Mazelen (morbilli)
Onderdeel BMR-vaccinatie (14 maanden, 9 jaar). Meest besmettelijke virus. Meldingsplicht bij GGD.
Onderdeel BMR-vaccinatie (14 maanden, 9 jaar). Meest besmettelijke virus. Meldingsplicht bij GGD.
-
Beloop:
- Prodromale fase (3-7 dagen): algemene malaise, toenemend koorts (tot >39°C), conjunctivitis, verkoudheid en hoesten. Soms gedurende enkele dagen kleine witte vlekjes op het mondslijmvlies (Koplikse vlekjes, pathognomonisch voor mazelen).
- Exanthemateuze fase (7-10 dagen): gegeneraliseerdgrofvlekkig exantheem dat ruw aanvoelt (als schuurpapier). Begint achter de oren en langs de haargrens en breidt zich in 3 dagen uit via gezicht, nek, borst, romp naar de extremiteiten. Na enkele dagen verbleekt het weer.
Diagnose lastig bij negroide patienten want exantheem vooral voelbaar --> aantonen IgM in serum of speeksel (evt. PCR of kweek).
- Transmissie: via druppelinfectie vanuit neus- en keelholte, direct contact, indirect contact (handen, deurknoppen).
- Besmettelijke periode: van 4 dagen voor tot 4 dagen na het begin van het exantheem.
- Beleid: bestrijding van koorts en dehydratie. Cave bacteriele superinfecties.
Bron: RIVM
Rode hond (rubella)
Onderdeel BMR-vaccinatie (14 maanden, 9 jaar). Hoge besmettelijkheid. Meldingsplicht bij GGD. Infectie tijdens zwangerschap kan leiden tot congenitaal rubella-syndroom (CRS) bij foetus.
Onderdeel BMR-vaccinatie (14 maanden, 9 jaar). Hoge besmettelijkheid. Meldingsplicht bij GGD. Infectie tijdens zwangerschap kan leiden tot congenitaal rubella-syndroom (CRS) bij foetus.
-
Beloop:
- Incubatieperiode 14-16 dagen.
- 50% infecties blijft subklinisch (vnl. jonge kinderen).
- In overige gevallen: rozerode maculopapuleuze huiduitslag, beginnend in gezicht en snel verspreidend naar de romp en ledematen. Bij oudere kinderen vaak algemene malaise, lichte verhoging, gevoelige opgezette lymfeklieren tpv mastoid en occipitaal. Soms lichte keelpijn, loopneus, hoest, conjunctivitis.
- Complicaties: arthralgie of artritis van vingers, polsen of knieen. Zeldzaam: trombocytopenische purpura, encefalitis, Guillain Barre.
- Diagnostiek: zo nodig (bij zwangeren) PCR, IgM is weinig betrouwbaar.
- Transmissie: druppelinfectie vanuit nasale afscheiding, handen, soms urine.
- Besmettelijke periode: vnl. aan het eind van de incubatietijd, voordat huiduitslag ontstaat.
- Beleid: symptomatische behandeling.
-
Beloop:
- Incubatieperiode 13-18 dagen.
-
Beloop: in enkele gevallen subklinisch.
In overige gevallen: soms enkele dagen prodromaal stadium met koorts en griepachtig beeld. Mogelijk een dag roodheid van de huid. Daarna enkele dagen koorts en huiduitslag, beginnend op hoofd op romp: kleine bultjes die zich ontwikkelen tot blaasjes met rode hof en heldere inhoud (verschillende stadia tegelijk aanwezig), hevig jeukend. Soms pijnlijke zweertjes in mond, keel en op conjunctiva. Korstjes vallen na 7-10 dagen af. - Complicaties: varicellapneumonie (volwassenen, zwangeren), bacteriele superinfecties. Incidenteel: acute cerebellaire ataxie. Zelden encefalitis. 2% van de infecties tussen de 13e en 20e zwangerschapsweek leidt tot congenitaal varicallesyndroom. Vroeg-neonatale infectie kan leiden tot o.a. ernstige pneumonie.
- Transmissie: aerogeen of via direct contact met blaasjes.
- Besmettelijke periode: 2 dagen voor tot max. 7 dagen na het verschijnen van de blaasjes.
- Beleid: expectatief. Zo nodig aciclovir.
Bron: RIVM
Bof (parotitis)
Vijfde ziekte (erythema infectiosum)
Zesde ziekte (exanthema subitum)
Roodvonk