Afkortingen cardiologie
- 4F - Tetralogie van Fallot.
- 6 MWT - 6 minutes walk test
- AAI / AAIR - Een type en/of de instelling van een pacemaker waarbij pacing en sensing alleen in de rechter boezem plaatsvindt.
- ACC - American College of Cardiology
- ACS - Acuut coronair syndroom.
- AED - Automatische externe defibrillator.
- AF - Atriumfibrilleren
- AFL - Atriumflutter
- AHA - American Heart Association
- AMI - Acuut myocardinfarct
- Ao - Aorta
- AoI - Aortaklepinsufficiëntie
- AoS - Aortaklepstenose
- AP - Angina pectoris
- ARB - Angiotensine receptor blokker (Angiotensine II antagonist)
- ARVC - Arythmogene rechterventrikel cardiomyopathie (zie ARVD)
- ARVD - Arythmogene rechterventrikel dysplasie (ook wel ARVC).
- ASD - Atrium septum defect
- ATP - Anti-tachy pacing: functie van een ICD of pacemaker waarmee een ventriculaire of atriale tachycardie kan worden beëindigd.
- AVNRT - Atrio-ventriculaire Nodale Reentry tachycardie.
- AVR - Aortic valve replacement: aortaklepvervaning door een bioprothese of mechanische prothese.
- AVRT - Atrio-ventriculaire reentry-tachycardie. Ook wel macro reentry-tachycardie.
- AVSD - atrio-ventriculair septum defect.
- Biv-ICD - Biventriculaire ICD. Device dat een ICD combineert met cardiale resynchronisatie therapie (CRT).
- BMS - Bare metal stent
- CABG - Coronary artery bypass graft
- CARTO - 3-dimensionaal electro-anatomisch mapping systeem. Combineert
- anatomische informatie van CT of MRI met elektrofysiologische gegevens tijdens een ablatie.
-
CCS - Canadian Cardiovascular Society. Classificatie van de ernst van angina pectoris klachten:
- CCS I - geen beperkingen in dagelijks functioneren. AP-klachten pas bij forse inspanningen/ werk of sport.
- CCS II - lichte beperking van normale activiteiten. AP-klachten bij bijvoorbeeld 2 trappen lopen.
- CCS III - Duidelijke beperking dagelijkse inspanningen (AP klachten bij lopen van een enkele trap in normaal tempo).
- CCS IV - AP-klachten bij minimale inspanningen.
- CCU - Coronary Care Unit; Hartbewaking
- CEH - Centrum Eerste Hulp
- CI - Cardiac index (zie CO)
- CMP - Cardiomyopathie
- CO - Cardiac output. Hartminuutvolume (in liter/min). Geïndexeerd naar lengte en gewicht spreekt men van Cardiac Index (CI).
- CPAP - Continuous positive airway pressure.
- CRT - Cardiale resynchronisatie therapie. Ook wel biventriculair pacing.
- Cryo-ablatie - Elektrofysiologische ablatie-procedure waarbij gebruik wordt gemaakt van lokale bevriezing.
- CVD - Centraal veneuze druk
- Cx - Circumflex artery: zie RCx
- D1 t/m D4 - Diagonaal takken. Aftakkingen van de LAD (RDA) richting het anterolaterale gedeelte van de linker ventrikel.
- dCMP - Dilaterende cardiomyopathie
- DDD / DDI(R) - Type en instelling van een pacemaker waarbij zowel in de rechter boezems als de rechter kamer wordt gesensed en gepaced.
- DES - Drug eluting stent
- ECV - Elektrische cardioversie
- EDV - Eind diastolisch volume
- EFO - Elektrofysiologisch onderzoek.
- EOL - End of Life. Term die aangeeft dat de batterij van een pacemaker bijna leeg is en dat de pacemaker op korte termijn vervangen dient te worden.
- ESC - European Society of Cardiology
- FFR - Fractionele Flow Reserve.
- FRIMA - Free Right Internal Mammarian Artery. De RIMA wordt losgeknipt van de a. subclavia en als vrije bypass gebruikt.
- FVT - Fast VT.
- GPIIb3A - Glycoproteine IIb3a-receptorantagonist.
- HCM - Hypertrofische cardiomyopathie
- HOCM - Hypertrofische obstructieve cardiomyopathie
- IABP - Intra aortale ballonpomp.
- IAP - Instabiele angina pectoris
- IAS - Inter atriaal septum
- IVGS - Intraventriculaire geleidingstoornis.
- ICD - Implantable Cardiac Defibrillator
- ICU - Intensive Care Unit
- IPL-infarct - Infero-postero-lateraal infarct.
- IVUS - Intravascular Ultrasound.
- LA - Linker atrium
- LAA - Left atrial appendage. Linker hartoor.
- LAD - Left anterior descending coronary artery. Ook wel RDA.
- LAFB / LAHB - Links anterior hemiblok. Uitval van de anterior fascikel van de linker bundeltak.
- LBBB / LBTB - Linker bundeltak blok.
- LCA - Linker coronair arterie.
- LCC - Linker coronary cusp
- LIMA - Left internal mammarian artery. Afsplitsing van de a. subclavia links. Kan worden gebruikt als bypass.
- LPFB / LPHB - Links posterior hemiblok. Uitval van de posterior fascikel van de linker bundeltak.
- LV - Linker ventrikel
- LVAD - Left ventricular assist device.
- LVEDD - Linker ventrikel eind diastolische diameter
- LVEDP - Linker ventrikel eind diastolische druk
- LVEF - Linker ventrikel ejectiefractie. Normaal ca. 60%.
- LVESD - Linker ventrikel eind systolische diameter
- LVH - Linker ventrikel hypertrofie
- LVOT - Linker ventrikel outflowtract
- MAP - Mean arterial pressure. Gemiddelde bloeddruk. (2x diastole + 1x systole)/3
- MI - Mitralisklepinsuficientie
- MO 1 t/m 3 - Margo obtusis. Aftakkingen van de ramus circumflexus van de linker
- coronair arterie.
- MPAP - Mean pulmonary artery pressure. Gemiddelde druk in de a. pulmonalis.
- MS - Mitralisklepstenose
- MSCT - Multislice CT. Wordt tegenwoordig steeds vaker gebruikt voor non-invasieve
- beeldvorming van de coronairen.
- MVP - Mitralisklep plastiek.
- MVR - Mitralisklep vervanging (replacement).
- Non STEMI - Myocardinfarct zonder ST elevatie op het ECG.
- NSVT - Non-sustained ventrikel tachycardie. Ventriculaire tachycardie die korter duurt dan 30 seconde en waarbij er geen sprake is van hemodynamische instabiliteit.
-
NYHA - New York Heart Association. Classificatie die de ernst van de klachten voor patiënten met hartfalen beschrijft:
- NYHA I - geen klachten
- NYHA II - klachten tijdens forse inspanning
- NYHA II - klachten tijdens matige inspanning
- NYHA IV - klachten in rust of bij lichte inspanning.
- OHCA - Out of hospital cardiac arrest
- PAC - Prematuur atriaal complex. Ook wel SVES.
- PAF - paroxysmaal atriumfibrilleren.
- PAH - Pulmonale arteriële hypertensie.
- PAP - Pulmonary artery pressure.
- PCI - Percutane interventie. Voorheen ook wel: PTCA.
- PCWP - Pulmonary capillary wedge pressure: wigge-druk = druk in het linker atrium.
- PE - Pericardeffusie
- PFO - Patent Foramen Ovale.
- PHT - Pulmonale hypertensie: hypertensie van het arteriële én veneuze pulmonale vaatbed.
- PI - Pulmonalisklepinsufficiëntie
- PLCx - Posterolaterale tak van de ramus circumflexus.
- PL-tak - Posterolaterale tak. Vertakking van de rechter coronair arterie of circumflex.
- PM - Pacemaker
- PMT - Pacemaker Mediated Tachycardia.
- PS - Pulmonalisklepstenose
- PTCA - Percutane transluminale angioplastiek. Dotterprocedure met of zonder stentplaatsing. Moderne benaming: PCI.
- PVC - Prematuur ventriculair complex; ook wel VES.
- PVR - Pulmonic valve replacement.
- RA - rechter atrium
- RBBB / RBTB - Rechter bundeltak blok.
- RCA - Rechter coronair arterie.
- RCC - Right coronary cusp
- RCx - Ramus Circumflexus, ook wel kortweg Cx.
- RDA - Ramus descendens anterior. Ook wel LAD.
- RDP - Ramus descendens posterior.
- RF-ablatie - Radiofrequentie-ablatie.
- RIMA - Right internal mammarian artery. Als bypass gebruikt voor stenosen in de RCA. (zie ook FRIMA)
- RV - Rechter Ventrikel
- RVH - Rechter ventrikel hypertrofie
- RVOT - Rechter Ventrikel Outflowtract
- SAM - Systolic Anterior Movement van de mitralisklep.
- SBE - Systemische Bacteriële Endocarditis
- S-L delay - Septum to lateral delay. De tijd tussen de contractie van de septale en laterale wand (gemeten met een echo).
- SR - Sinusritme
- STEMI - ST elevatie myocard infarct. Indicatie voor spoed-PCI.
- SVES - Supraventriculaire extrasystole; ook wel PAC.
- SVG - Saphenous vein graft: veneuze bypass graft van de v. saphena magna.
- SVT - Supraventriculaire tachycardie
- TEE - Transoesophageale echocardiografie. Ook wel OES of slokdarm-echo.
- TI - Tricuspidalisklep insufficiëntie
- TTE - Transthoracale echocardiografie
- TVP - Tricuspidalis klep plastiek.
- TVR - Tricuspidalisklep vervanging (replacement)
- VCI - Vena cava inferior
- VCS - Vena cava superior
- VES - Ventriculaire extrasystole; ook wel PVC.
- VF - Ventrikelfbrilleren
- VO2 Max - Maximale zuurstof opname capaciteit.
- VSD - Ventrikel septum defect.
- VT - Ventrikel tachycardie.
- VVI / VVIR - Type en/of de instelling van een pacemaker waarbij alleen in de rechter kamer gepaced en gesensed wordt.
- WPW - Wolff-Parkinson White syndroom, leidend tot een vorm van AVRT.